Preventie
Ken je groep en maak afspraken.
Gebruik "De Maafte" in je spel.
Beloon goed gedrag.
Blussen
Maak een grapje in plaats van boos te worden.
Zeg er kort iets over - “ik-boodschap”
Negeer soms eerst even.
Straffen en belonen
Straf zo weinig mogelijk.
Geef hen iets om naar uit te kijken als ze zich gedragen.
Maak duidelijk welk gedrag je verwacht:
“Als je de rest van het spel niemand duwt, een verwachting
mag jij vanmiddag het eerste spel kiezen.” een beloning
Hoofdanimator
Gaat het te ver? Is er fysieke agressie?
Vraag dan hulp aan de hoofdanimator / verantwoordelijke.
Onrust
Gedrag: kleine vorming van agressief gedrag: onrustig worden, stem verheffen, uitschelden
Omgaan: afspraken herhalen, afleiden, humor, positief gedrag benoemen, grenzen duidelijk maken.
Escalatie en crisis
Gedrag: aanhoudend roepen, fysieke agressie naar anderen, omgeving of zichzelf. Denkt niet helder na.
Omgaan: altijd eigen veiligheid eerst!
Afkoeling
Gedrag: kind begint te kalmeren na crisis. Is nog duidelijk boos, maar toont geen agressie meer naar jou of zichzelf.
Omgaan: geef het kind rust. Blijf aanwezig, praat weinig, en nooit over wat er gebeurd is. Vraag het kind teken te geven als hij of zij een gesprek wil.
Rust
Gedrag: het kind heeft zelfcontrole en is rustig. Het kind voelt zich wat down.
Omgaan: ga in gesprek over de gevoelens, niet over de specifieke inhoud en oorzaak.
Wees er voor het kind en maak goede afspraken.
Aftoetsen
Doseren
Vragen
Ik-boodschap
Evenwicht
Suggestie
Concreet
Houding
Doel: groepsgevoel versterken, aandacht krijgen, peilen naar gevoel animatoren.
Aandachtspunten: Hou het kort, maak tijd voor uitgebreide evaluatie in persoonlijk gesprek, peil naar gevoel.
Maak het opzichtig!
Zorg voor beweging, laat het antwoord duidelijk zijn zonder woorden.
Voorbeeld: maak een toren met bakken, hoe hoger je toren hoe beter je het vond.
Maak het persoonlijk!
Vraag naar specifieke momenten of ervaringen. Hou het niet algemeen.
Voorbeeld: Waar heb jij in uitgeblonken vandaag? Waar heeft je partner in uitgeblonken vandaag?
Maak het origineel!
Zorg ervoor dat ze niet steeds hetzelfde moeten doen, zowel qua inhoud als werkvorm, gebruik attributen.
Voorbeeld: Doe het in je weekthema, stel specifieke vragen die humor bevatten. Wat was je ‘Dit ging volledig mis-moment’?
Zorg dat er nagedacht moet worden!
Stel specifieke open vragen waar je een moment of gevoel bevraagt.
Voorbeeld:
niet: hoe leuk was je dag? Hoe tof was je dag op een schaal van 1 tot 10?
wel: hoe leuk was je voormiddagspel op een schaal van 1 tot 10?