Integriteit - omgaan met grensoverschrijdend gedrag

Spelen en grenzen ontdekken zijn de belangrijkste manieren voor kinderen en jongeren om hun eigen plek in een veranderende wereld te zoeken. Op een speelpleinwerking of (hoofd)animatorcursus begeleiden we kinderen en animatoren in een veilige context. Op deze zoektocht ontdek je je eigen grenzen en die van anderen. Maar wat als deze grenzen overschreden worden?

Een ouder vindt dat er op cursus ongepaste spellen worden gespeeld, via een chatbericht ontdekken we een bewerkte foto van een instructor, twee tieners beginnen te vechten tijdens de speelpleindag, een instructor heeft een oogje op een cursist…
Tijdens een cursus of speelpleindag kan je met verschillende grensoverschrijdende situaties in contact komen. Deze situaties brengen de integriteit van een kind, cursist, animator of verantwoordelijke in gevaar.

Wat is grensoverschrijdend gedrag?

Kinderen en jongeren maken af en toe ruzie, er wordt geplaagd en uitgedaagd, er wordt geëxperimenteerd. Dit zowel tussen elkaar als tussen kind en begeleiding. Dit hoeft geen probleem te zijn, zolang het past binnen de ontwikkeling van het kind en iedereen zich er goed bij voelt of het kan worden bijgelegd en uitgepraat.

Het kan echter een probleem worden wanneer het plagen pesten wordt, wanneer er iemand actief last van ondervindt, wanneer er iemand geviseerd wordt of wanneer er geweld aan te pas komt. Kortom wordt er gesproken van grensoverschrijdend gedrag wanneer iemands grenzen genegeerd worden. Dit kan een grote impact hebben op alle betrokkenen en de groep.

De spelregels in verband met integriteit binnen Jeugddienst Don Bosco.

Tijdens activiteiten van de Jeugddienst ontmoet je mensen die onderlinge sterk van elkaar kunnen verschillen: in leeftijd, culturele achtergrond, gender, seksuele geaardheid, levensovertuiging, stijl of om het even welke andere eigenschap. Trouw aan Don Bosco gaan we met dit verschil respectvol om.

Bij veel activiteiten in de Jeugddienst is er lichamelijk contact: spelen, stoeien, dansen, tegen elkaar aanzitten ... Op cursus, tijdens weekends breng je veel tijd door met anderen. Dat kan wel eens zorgen voor vlinders in de buik en LDVD. Hier is niets mis mee. Om echter problemen te voorkomen is het belangrijk om goede afspraken te maken.

Het valt niet uit te sluiten dat je tijdens een activiteit van Jeugddienst Don Bosco eens met een situatie geconfronteerd wordt die ongemakkelijk aanvoelt. Jeugddienst Don Bosco hanteert dezelfde criteria als Sensoa om de ernst van een situatie in te schatten. Als je weet hoe ernstig een situatie is, kun je samen tot een gepaste reactie komen.

Spelregels op een Don Boscowerking? Hoe gaan we hier mee om?

Ten eerste hebben we een preventiebeleid. Door de spelregels te volgen rond integriteit proberen we zoveel mogelijk situaties te voorkomen. Ook in organisaties die aan preventie doen, kan men in contact komen met grensoverschrijdend gedrag. Een goede aanpak is belangrijk zodat er geen paniekvoetbal moet worden gespeeld. (H)erkennen van signalen van overschrijdend gedrag is een eerste vereiste. Nadien wordt het aanspreekpunt integriteit op de hoogte gebracht via een melding.

Wanneer er sprake is van een melding moet er zorgvuldig gereageerd worden. Dit doen we in ons reactiebeleid in vijf stappen. Deze stappen durven in de praktijk soms door elkaar lopen, maar worden als een stappenplan gezien.

Wanneer iemand melding doet van overschrijdend gedrag zal de API, met hulp van een overleggroep, de ernst van de situatie inschatten. Wanneer dit niet kan, zullen stappen ondernomen worden om meer informatie te verzamelen. Dit doen ze aan de hand van de 6 criteria van overschrijdend gedrag, zo kan bepaald worden hoe te reageren.

De overleggroep gaat na wie geïnformeerd dient te worden, dit wordt gedaan door de Raad Van Bestuur.

Wanneer de overleggroep inschat dat de situatie een extern advies vereist, zal de API beroep doen op het vertrouwenscentrum kindermishandeling.

Wanneer de pleger een medewerker is, zal de API de verantwoordelijkheid leggen bij de Raad Van Bestuur, die de werkgever is.

Wanneer het incident zich binnen de context van Jeugddienst Don Bosco heeft afgespeeld, is er nood aan opvolging binnen de organisatie. we moeten grensoverschrijdend gedrag een halt toe roepen, optreden tegen de pleger en het slachtoffer ondersteunen. Ook de andere jongeren, vrijwilligers en medewerkers kunnen ondersteuning nodig hebben. De API volgt zelf de melding op en overlegt met de vrijwilligers die bij de activiteit betrokken waren over de rollen en afspraken rond het verdere verloop.

De pleger zal duidelijk gemaakt worden dat we zwaar optreden tegenover elke vorm van grensoverschrijdend gedrag. Het is wel belangrijk dat we de pleger blijven respecteren als persoon en het gedrag zo objectief mogelijk onderzoeken en beoordelen. In alle gevallen van grensoverschrijdend gedrag zullen de ouders op de hoogte gebracht worden, liefst via een gesprek.

Het slachtoffer heeft nood aan een gepersonaliseerde ondersteuning. Er zal zoveel als mogelijk rekening gehouden worden met noden en vragen. Essentieel daarbij is het tonen van respect voor de grenzen die aangegeven worden. In de meeste gevallen zullen de ouders op de hoogte gebracht worden, liefst via een gesprek.

De rest van de deelnemers en vrijwilligers zullen ook ondersteuning krijgen. Het is belangrijk tijd vrij te maken om de veelheid van gevoelens te delen met elkaar. De API faciliteert in overleg met de verantwoordelijke ter plaatse dit proces.

Wanneer het gaat over ernstig grensoverschrijdend gedrag of elke vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag, zal de API advies vragen aan het vertrouwenscentrum kindermishandeling (wanneer een minderjarige betrokken is,) of het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (wanneer de betrokkenen volwassen zijn). Dit gebeurt om advies te winnen om zo correct mogelijk om te gaan met de situatie.

Wanneer er, naast advies, acties ondernomen moeten worden, verwachten we dat de ouders of het slachtoffer hier het voortouw bij nemen. Als Jeugddienst Don Bosco zullen we een ondersteunende en informerende rol opnemen. Slechts zelden zullen we als organisatie zelf de stap naar justitie zetten.

Ook na een melding bij politie of hulpverlening is een interne opvolging van de situatie nodig.

Grensoverschrijdend gedrag kan voor veel onrust en verwarring zorgen in en rond de organisatie en de betrokkenen. Nadat alle nodige gesprekken hebben plaatsgevonden en maatregelen genomen werden, is het belangrijk om alle betrokkenen te informeren.

Jongeren die rechtstreeks betrokken zijn worden best persoonlijk of via een groepsgesprek op de hoogte gebracht. Het is belangrijk aan hen te duiden wat gedaan wordt om de veiligheid te garanderen en hoe de procedure verder zal verlopen.

Wanneer er zich ernstig grensoverschrijdend gedrag heeft voorgedaan tijdens een activiteit, lichten we omwille van de eenduidigheid en transparantie ook de ouders van de andere jongeren in. Zij zullen hoe dan ook van de jongeren vernemen dat er iets is voorgevallen.

Voor de vrijwilligers betrokken bij de activiteit wordt een informatiemoment voorzien. Zo maken geruchten plaats voor informatie en zorg je dat de band tussen vrijwilligers behouden blijft.

Informatie die verstrekt wordt aan betrokkenen en hun ouders verloopt steeds via volgende uitgangspunten:

  • Vermeld op een duidelijke manier wat de gekende feiten zijn.
  • Schets hoe Jeugddienst Don Bosco heeft gehandeld en waarschijnlijk nog gaat handelen.
  • Doe nooit uitspraken over de schuldvraag.
  • Bewaak het recht op privacy van de betrokkenen.

Communicatie met derden en media moet steeds goed voorbereid worden. Er wordt steeds gekozen voor één woordvoerder. Andere betrokkenen behouden zich van commentaar en verwijzen door naar de woordvoerder.

Alle stappen worden samen met de verschillende beslissingen, de uitvoering en de opvolging ervan door de API in een logboek bijgehouden. Deze wordt achteraf onder de loep genomen. Dit moet uitwijzen of Jeugddienst Don Bosco een correcte afweging heeft gemaakt, de juiste stappen heeft gezet en of deze handelingen en maatregelen het gewenste effect hebben gehad.