We staan in een kring, één speler staat in het midden. Die speler draait een toertje om zijn as en ‘schiet’ dan naar een speler uit de kring. Hij roept daarbij ‘pang (naam)’. De speler van wie de naam is genoemd gaat zo snel mogelijk gehurkt zitten, terwijl de spelers links en rechts proberen om elkaar zo snel mogelijk neer te schieten. Ze doen dat door eerst om hun eigen as te draaien en zo snel mogelijk PANG te roepen. De verliezer gaat zitten. Het spel gaat door totdat er nog twee spelers over zijn. De laatste twee spelers komen rug aan rug in het midden van de kring staan. Dan zetten ze elk vijf passen naar voren en schieten ze om het vlugst elkaar neer. Wie overblijft is de winnaar.