141. Breng 100 vlechtjes aan in iemands haar.
142. Maak een mannetje uit een stuk ijzerdraad, zonder dit kapot te maken.
143. Drink met z'n allen tien liter water op.
144. Duw een bal vijf meter vooruit met je neus.
145. Kruip met z'n allen door een stuk krant zonder dat dit scheurt.
146. Touwtrekken.
147. Kruip onder alle tafels.
148. Doe zo snel mogelijk je kleren (trui en broek) binnenstebuiten aan.
149. Maak een grasketting van drie meter.
150. Ga heel het terrein rond in olifantenpas (je loopt in één lange rij met je ene arm tussen je benen, met de andere geef je een hand aan je voorganger).