De spelers worden verdeeld in twee ploegen en staan aan weerszijden van het net. Hun taak is de bal op de grond te krijgen in het vak van de tegenstander. De bal mag worden gevangen, gepasseerd of gegooid.
Variant: bij al wat ouderen kan overgeschakeld worden naar volleybal; de bal niet meer vangen of gooien maar toetsen en smashen.