De spelers zitten naast elkaar in een kring, telkens op een halve meter afstand van elkaar. De eerste krijgt een luciferdoosje op de neus. Bij het startsignaal moet dit doosje zo snel mogelijk van neus tot neus worden doorgegeven zonder het met de handen aan te raken.
Variant: De spelers zitten in een kring en krijgen afwisselend het nummer één of twee. De nummers twee gaan tegenover de nummers één, aan de buitenkant van de kring zitten. Nu spelen de twee groepen tegen elkaar . Een luciferdoosje wordt per ploeg doorgegeven met de neus, zonder het met de handen aan te raken. De doosjes starten elk aan een tegenovergestelde kant van de kring. Het doosje dat het andere inhaalt levert de winnende ploeg op. De ploeg waarbij het luciferdoosj