Uitleg
De spelers plaatsen zich in twee ploegen en nummeren zich, zodat er telkens twee spelers met eenzelfde nummer zijn, één in iedere ploeg. Bij het afroepen van hun nummer, komen de twee spelers (de twee kippen) met dat nummer naar een kring in het midden met een diameter van ongeveer vier meter. Ze gaan op één been staan, met de armen gekruist en proberen elkaar uit de kring te duwen. Een speler verliest wanneer hij beide benen op de grond plaatst of uit de kring geduwd wordt.
Variant:
- Afrikaans boksen: De twee afgeroepen nummers plaatsen zich in de kring met de rug naar elkaar en houden met hun handen hun enkels vast. Wie uit de kring geduwd wordt, of zijn enkels loslaat, is verloren.
- Berendans: de spelers gaan naar de kring, nemen een stok vast en kruisen die driemaal als startsignaal. Dan proberen ze elkaars voet te raken met de stok. Na elke 'raak' herbegint het spel. Wie driemaal de voeten van de tegenstrever raakt, wint. Wie buiten de cirkel komt, is verloren.