De deelnemers bevinden zich op een kermis. Ze schrijven hun naam op een papiertje en maken daar een balletje van. Daarmee proberen ze een toren blikken omver te gooien. De kraamuitbater (= iemand van de begeleiding) verdeelt de balletjes willekeurig in groepjes. Hij of zij roept af welke deelnemers in welke groep zitten.