Chaos

104 likes, kennismaking
Terug naar overzicht

Uitleg

Iedereen zit op de grond in een grote kring. Eerst zegt iedereen zijn/haar naam. Deze namen moeten natuurlijk onthouden worden. De spelleider introduceert een eerste voorwerp (bv. een klein balletje) in het spel. Het balletje wordt telkens naar iemand gegooid, maar eerst moet de naam van die persoon geroepen worden. Deze gooit weer door naar iemand anders, maar roept ook eerst de naam van de persoon waarnaar hij gooit. Het voorwerp moet bij iedereen één keer zijn geweest en niet meer dan dat. De laatste gooit uiteindelijk terug naar de eerste speler (spelleider). Iedereen onthoudt naar wie hij het voorwerp heeft gegooid, want het voorwerp moet steeds hetzelfde traject volgen. Nadat iedereen het spel (en het traject) wat te pakken heeft, wordt een tweede voorwerp in het spel gebracht. Deze moet  een tweede (en dus ander) traject vormen. Het eerste voorwerp blijft ondertussen rondgaan. Het spel wordt drukker en moeilijker na het introduceren van een derde, vierde of zelfs vijfde voorwerp.

Materiaal

Balletjes of zachte onbreekbare voorwerpen