Eén persoon wordt geblinddoekt en speelt de blinde mol. In zijn huis (een heel klein speelveld afgebakend met kegeltjes, ongeveer 3 meter op 3 afhankelijk van de grootte van de groep) staan allemaal indringers vastgeplakt. Ze kunnen bewegen met hun volledige lijf, maar er blijft steevast één pootje staan op de plaats waar ze zich origineel vastgeplakt hebben. De blinde mol wordt zijn huis ingestuurd om alle indringers te pakken te krijgen. Deze proberen de armen van de blinde mol te ontwijken om zo niet getikt te worden. Worden ze echter wel getikt, dan verlaten ze het huisje en kijken vanaf de rand mee naar de vangst van de andere indringers. De spelleider vat de koe bij de horens (of de mol bij de snorharen) om ervoor te zorgen dat onze geliefde blinde mol in zijn eigen huisje blijft zoeken en niet te ver daarbuiten (een beetje sturing kan geen kwaad).