Had ik dat beter maar niet moeten zeggen?
Had ik dat beter maar niet moeten doen?
Zo denken wij … de achteraffers.
Had ik dat moeten verzwijgen, toen?
Had ik de wasman een fooi moeten geven?
Had ik dat achteraf nou toch maar gedaan.
Had ik met Adriaan moeten gaan leven of zou dat achteraf fout zijn gegaan?
Had ik die hoed niet moeten kopen?
Had ik achteraf naar Marie moeten gaan?
En had ik toch beter maar kunnen gaan lopen in plaats van zolang op lijn negen te staan?
Had ik die keet achteraf kunnen sussen?
Had ik naar ’t asiel moeten gaan met die poes?
En had ik me niet moeten laten kussen - nu achteraf – door die kerel in Goes?
Wij achteraffers, wat zijn wij toch moeilijk.
En – achteraf – voor onszelf nog het meest.
Annie M.G. Schmidt
Het is gemakkelijk om achteraf jezelf te evalueren en te zien wat beter kon, of anders had moeten zijn. Hierdoor leven we te hard in het verleden, in het –wat als- in plaats van te genieten van het heden, de goede en de minder goede dingen. Het enige voordeel dat al dat ‘achteraffen’ heeft, is dat we kunnen rechtzetten wat fout ging tussen mensen en kunnen leren uit het verleden.